Waarom is buikvet ongezond: en hoe kom je ervan af? En kan een slank iemand ook teveel buikvet hebben?
Waar de ene persoon meer vet opslaat rond de heupen en billen slaat de ander juist meer vet op op hun buik . Het vet op de buik, en met name het viscerale vet (het vet tussen je organen), is het meest ongezonde vet. Teveel vet bij de buik is namelijk een risicofactor op diabetes type 2 en hart-en-vaatziekten en zorgt voor orgaan vervetting. Door een hogere hoeveelheid buikvet maak je meer stresshormonen, vet hormonen en ontsteking stofjes aan die een negatief effect hebben op ons hart en de bloedvaten. Waar je vet opslaat is vooral genetisch vastgelegd en daar kunnen we niet veel aan doen.
Mannen hebben meer kans op een bierbuik en vrouwen hebben vaker vet rondom de heupen . Hoe weet je of je teveel buikvet hebt? Voor vrouwen is een middelomtrek tot de 80 cm gezond, tussen de 80-88 cm wijst op overgewicht en meer dan 88 cm wijst op zwaar overgewicht. Voor mannen is een middelomtrek tot de 94cm gezond, tussen de 94-102 cm wijst op overgewicht en meer dan 102 cm wijst op zwaar overgewicht.
Maar zelfs met een gezond gewicht en gezonde middelomtrek is het mogelijk dat je teveel slecht buikvet hebt. Dit komt meestal voor bij mensen die beweren dat ze alles kunnen eten zonder een gram aan te komen. Dit fenomeen heet TOFI: thin on the outside, fat on the inside. Ondanks dat je er gezond uitziet kun je dus nog steeds teveel visceraal vet hebben tussen je organen. Net zoals dat het genetisch is bepaald waar je vet opslaat, geldt dat ook voor waar je vet afvalt. De ene persoon valt snel af in het gezicht of de armen, de ander krijgt sneller een slanke buik. Mocht jij het lastig vinden om buikvet af te vallen dan moet je vooral geduld hebben, want ook het overtollige buikvet zal na een tijdje afnemen als je lang genoeg een gezonde levensstijl aanhoudt. Een ding is zeker: wil je afvallen dan moet je minder Kcal binnen krijgen dan dat je verbrandt. Dan moet je lichaam vetweefsel gebruiken als energievoorraad. Ook helpt het om voldoende te slapen en zo min mogelijk langdurige stress te ervaren.